Gnosis en Vroeg Christendom

Katinka Hesselink 2007

Van alle Gnostische onderwerpen, is de relatie Gnostiek – Vroeg Christendom de makkelijkste. Hier zijn namelijk vrij veel bronnen over. In de vijf eeuwen na de Christelijke jaartelling was de vroege kerk bezig zichzelf te definiëren. In de tweede en derde eeuw werd de canon gevormd en werden bepaalde groepen als niet-christelijk veroordeeld. Dat dit nodig was betekent tegelijkertijd dat deze groepen er niet vanzelfsprekend niet bij hoorden. In de uiteindelijke Canon - het Nieuwe Testament – is een tekst terecht gekomen die duidelijke Gnostische trekken bevat. Het Johannes Evangelie is heel geschikt voor gnostische exegese. De nadruk op ‘kennis’ is in dit evangelie ook gnostisch (1:18):

“Niemand heeft ooit God gezien;

de Eniggeboren Zoon,

die in de schoot des Vaders is,

Hij heeft Hem doen kennen.”

Uit de vele Christelijke anti-gnostische teksten uit de tweede en derde eeuw na Christus concludeert Roelof van den Broek dat de Gnosis blijkbaar grote aantrekkingskracht had.

Ondanks de vele Christelijke gnostische teksten en Christelijke anti-Gnostische teksten lijkt het er niet op dat de Gnosis als geheel een Christelijke oorsprong heeft. Veel ‘Christelijke’ Gnostische teksten uit de Nag Hammadi Codices zijn alleen maar oppervlakkig gekerstend. De hele inhoud is dan in geen enkele zin Christelijk te noemen, maar de toegesproken persoon heet bijvoorbeeld Jacobus en wordt door iemand toegesproken die ‘de Heer’ wordt genoemd, met Rabbi wordt aangesproken en die zegt de broer van Jacobus te zijn. Met andere woorden: de boodschapper is Jezus Christus. De inhoud van deze (Eerste) Openbaring van Jacobus is echter duidelijk Gnostisch. Sophia heeft een belangrijke plek en er is sprake van verlossende kennis. Een ander voorbeeld is het Evangelie der Waarheid. Daarin staat weinig dat Christenen als Christelijk zouden herkennen. De centrale boodschap lijkt te zijn dat verlossende kennis nodig is om tot de Heer op te stijgen. Dit alles is echter in Christelijke beeldtaal vorm gegeven [18], p. 92:

En dit is de blijde boodschap van Hem die zij zoeken, die vanwege de barmhartigheid van de Vader aan de volmaakten werd geopenbaard: het verborgen mysterie Jezus de Christus, door wie Hij Zijn licht heeft uitgestort over hen die vanwege de vergetelheid in duisternis verkeerden. Hij verlichtte hen en toonde hun een weg. Die weg nu is de waarheid, die hij hun leerde.

Verder zijn de Mandaers duidelijk niet als Christenen te beschrijven. Hun religie zet zich af tegen zowel Christendom als Jodendom en heeft daarnaast trekken van het Zoroastrisme.

Van den Broek concludeert dat de relatie tussen Vroeg Christendom en Gnostiek het beste beschreven kan worden vanuit het feit dat beide in het zelfde religieuze klimaat ontstonden. Gnostische denkbeelden waren populair onder sommige vroege Christenen en daarom was actieve vervolging nodig toen de kerk zichzelf ging definiëren. De meest invloedrijke Gnostische stroming binnen het Christendom was die van Valentinus en zijn volgelingen (Valentinianisme). Valentinus kon nog vrij zijn gang gaan, maar zijn leerlingen werden veroordeeld op grond van hun Gnostische ideeën. In het midden van de tweede eeuw n.C. werden Christelijke leraren die kennis (gnosis) belangrijker vonden dan geloof of die de schepping toeschreven aan een lagere Demiurg uit de kerk gezet en bevochten.

Zie ook het artikel ‘Wat is Gnostiek?’ van Katinka Hesselink, het Evangelie van Filippus, het Thomas Evangelie, het Evangelie van Maria Magdalena en de inleiding op de Nag Hammadi Geschriften.

Bronnen

Bovenstaande tekst is voornamelijk gebaseerd op p. 414-15 uit Dictionary of Gnosis & Western Esotericism, lemma Gnosticism I: Gnostic Religion van Roelof van den Broek. Die gegevens zijn geïllustreerd aan de hand van voorbeelden en citaten uit onderstaande bronnen.

Buckley, Jorunn J. The Mandaeans, Ancient Texts and Modern People , Oxford 2002 (inleiding en hoofdstuk 4)

Hanegraaff, Wouter J. Dictionary of Gnosis & Western Esotericism , Leiden 2006 (de versie in een band). 

De bijbel , uit de Grondtekst vertaald, Willibrord Vertaling, Boxtel 1982 (1980)

Nag hammadi geschriften
Nag hammadi geschriften
Jacob Slavenburg
& Willem Glaudemans

Slavenburg, Jacob en Glaudemans, Willem De Nag Hammadi-geschriften, een integrale vertaling van alle teksten uit de Nag Hammadi Codices en de Berlijnse Codex, volledig herziene en geactualiseerde editie , Deventer 2004. Ondanks de kritiek op de commentaren van Slavenburg en Glaudemans is het oordeel van mijn docenten over de vertaling zelf positief.

Zie ook: Boeken over Gnosis en Gnostiek
Zie ook: Schatgraven in Nag Hammadi
Schatgraven in Nag Hammadi
Bram Moerland