Islamitische Terminologie
- 5 zuilen van de Islam (= Sha'a'ir al-islam)
- 1) geloofsbelijdenis ( Shahada )
2) Salat
3) Zakat
4) vasten
5) Hadj
Deze vijf aspecten van de Islam zijn voor iedere Moslim onder alle omstandigheden verplicht.
- Ablutie
- Kleine wassing.
- Adat
- Voor-islamitisch volksrecht in Indonesië.
- Ad-Darûrat
- Omstandigheden die je geen keuze laten. Noodomstandigheden waarbij het niet-toegestane, toegestaan is. Hoeft geen levensbedreigende omstandigheid te zijn, bijvoorbeeld het niet naar de moskee gaan op vrijdag om voor brood op de plank te zorgen.
- Adhan
- Publieke oproep tot het gebed. De islam schrijft voor dat dit elke dag gebeurt bij elk van de vijf verplichte salats .
- Ahl-al-Kitâb
- ‘Mensen van het Boek’ , aanhangers van niet-islamitische openbaringsgodsdiensten, met name joden en christenen.
- Ahmadiyyah
- Islamitische richting, ontstaan uit de Soennitische Islam in Pakistan - wordt niet erkend door Soennitische Moslims. In Nederland gekomen via Suriname.
- Alevieten
- Richting ontstaan uit de 12-er Shi'itische Islam, maar niet door alle Shi'iten erkend.
- Alim
- Onderzoeker van een bepaald vakgebied (meervoud oelama )
- Allah
- Term voor God in het Arabisch.
- Al-Taysir
- Een van de grondbeginselen van de Islam. Als er meerdere mogelijkheden zijn, vraagt de godsdienst om de makkelijkste weg te kiezen.
- Amân
- Vrijgeleide
- Anti-nomistisch
- Mystiek gericht tegen de wet, regels zijn niet belangrijk
- Apostasie
- Godsverzaking - staat de doodstraf op in de Islamitische Wet
- 'Aqîda
- Geloofsleer (zie ook Sharia) ' Er is geen God dan God en Mohammed is zijn profeet '.
- Awra
- Schaamte. Dat deel van het lichaam dat bedekt dient te zijn. Bij de vrouw is dit het gehele lichaam, behalve handen en gezicht. Bij de man is het de streek tussen navel en knieën.
- Ayatollah
- Hoogste graad van geleerdheid binnen de Shi'itische Islam . Alleen Ayatollah's komen in aanmerking om Mardja Taqlid te worden.
- Baraka
- Zegenrijke kracht die zowel de Profeet, de Koran en eventueel heiligen geacht worden te hebben.
- Besnijdenis
- Het afsnijden van een gedeelte of de gehele voorhuid van de penis, zoals dit in Jodendom en Islam gebruikelijk is.
- Bila-kayfa
- Vragen hoe en waarom. Gezien als iets negatiefs. In andere woorden: het geloof in God moet niet betwijfeld worden.
- Chishtiyya
- Sufi orde gesticht door Chishti
- Darûrât
- Het principe dat men zich in geval van nood niet aan de leefregels ( Sharia ) hoeft te houden.
- Dhikr
- Gebedsmeditatie. Denken aan God.
- Dhimma
- Protectie voor Dhimmi 's
- Dhimma regels
- Regels ter bescherming van Christenen en Joden uit de Koran.
- Dhimmi's
- Volken van het boek: Joden en Christenen. Zie Dhimma.
- Dhu 'l-hidjdja
- Twaalfde maand van de Islamitische kalender. Op de 10e dag van deze maand wordt het Offerfeest (Id al-Adha) gevierd Zie Id al-Adha .
- Djinns
- Geestelijke, onzichtbare wezens die goede en slechte eigenschappen hebben.
- Djizya
- Belasting
- Du'â'
- Persoonlijk gebed : lijkt van de drie Islamitische vormen van bidden (zie gebed ) het meeste op de Christelijke vorm. Deze vorm van gebed heeft als functie het vragen om vergeving en het krijgen van geluk. Deze vorm van gebed is niet verplicht, dit in tegenstelling tot de Salat .
- Fatwa
- 1) Advies opgesteld door geleerde op basis van Koran en Soenna ( Soenietisch )
2) Bindende uitspraak van de Mardja 'taqlid ( Shi'itische Islam )
- Faqir
- Asceet
- Gebed
- Er zijn drie soorten Islamitisch gebed: Du'a , Dhikr en Salat .
- Gusl
- Grote wassing.
- Hadd
- Aardse straffen die voor bepaalde misdaden zijn voorgeschreven. In de praktijk zijn het limietstraffen.
- Hadith
- Materiaal gebaseerd op de mondelinge overlevering. Deze is voor de Islâh wel maatgevend met betrekking tot de wet, maar niet met betrekking tot de leer. In smalle zin: overlevering over het leven en de leer van Mohammed. In brede zin: overlevering over Mohammed en zijn metgezellen en opvolgers.
Elke hadith bestaat uit zowel gegevens over hoe de tekst bekend is geworden (overleveringsketting) als de tekst zelf.
- Hadith Nabawi (Al-Hadith an-Nabawi )
- Woorden die aan de profeet Mohammed worden toegeschreven en verhalen over zijn doen en laten.
- Hadith Qudsi (al-Hadith al-Qudsi)
- Onderdeel van de Hadith waarin God sprekend wordt opgevoerd, net als in de Koran . Ook binnen de Islah word deze literatuur als authentiek beschouwd.
- Hadj
- Verplichte bedevaart naar Mecca. Vindt plaats in de maand 'l hidjdja . Zie pelgrimstocht . Een van de vijf zuilen van de Islam ( Sha'a'ir al-islam )
- Hadji
- Pelgrim die bezig is met de Hadj .
- Hanafieten
- Aanhangers van de Hanafitische wetsschool. In Nederland vooral mensen van Turkse, Surinaams-Hindoestaanse en Pakistaanse afkomst.
- Hanîf
- Monotheist op het Arabisch schiereiland, voor de opkomst van de Islam.
- Hidjâb
- 1) Hoofdoekje (zie ook Niqab ) - dus haren en eventueel nek is bedekt.
2) Scheiding der sexen.
- 'Ibâdât
- Ceremoniën van de Islam - bepaalt de relatie met God. Vier van de vijf zuilen van de Islam vallen hieronder: Salat , Zakat , vasten en de Hadj . Zie Sharia .
- Id al-Adha
- 'Grote feest' - offerfeest, op de tiende dag van de maand Dhu 'l-hidjdja .
- Id al-Fitr
- 'Kleine feest' - het feest ter verbreken van de vasten. Ook wel suikerfeest .
- Idda
- Wachtperiode die een gescheiden vrouw of weduwe geacht wordt in acht te nemen voor zij opnieuw trouwt.
- Idjmâ'
- Overeenstemming onder de Ulama over jurispedentie - pas als er Idjmâ (overeenstemming) is, is een fatwa geldig.
- Ihrâm
- Toestand van zuiverheid die nodig is om op Hadj te mogen gaan. Omvat o.a. speciale kleding en de intentie om een God welgevallige Hadj te verrichten.
- Imam
- 1) In de Soennietische Islam een voorganger bij het gebed. Als de Salat in groepsverband wordt uitgevoerd wordt degeen die het gebed leidt de imam genoemd. Meer specifiek kan er in een moskee een Imam zijn aangesteld die onder andere tot taak heeft de gebedsdiensten te leiden.
2) In de Shi'itische Islam een afstammeling van Mohammed die hem opvolgt en die het centrale leergezag heeft en de baas is. Aangezien alle afstammelingen van Mohammed (via Ali althans) gestorven zijn, is er in de 12er Shi'itische beweging geen Imam meer. De laatste wordt echter geacht aan het eind der tijden terug te keren als Imam Mahdi . In de tussentijd is hij de afwezige Imam. Zie ook Mardja 'taqlid.
3) Ayatollah Khomeini noemde zichzelf Imam in de Shi'itische betekenis van het woord: dus niet alleen religieus, maar ook wereldlijk leider.
- Islâh
- Reformistische richting binnen de Soennietische Islam . Gaat uit van de Koran als primaire bron voor de leer. Alles wat niet in de Koran is terug te vinden hoort niet bij de kern. De Islâh is aan het begin van de 20ste eeuw ontstaan en is erg invloedrijk geweest. Zowel liberale als fundamentalistische Moslims beroepen zich op Mohammed Abduh en Rashid Rida die de Islâh begonnen zijn.
- Islam
- Dat stelsel van geloofsvoorstellingen en daarmee direct of indirect samenhangende rituele voorschriften en sociaal-ethische normen en wetten, dan voor de moslims als moslims waar en bindend is. Er is dus zowel een aspect van geloof als een aspect van juist handelen. Oorspronkelijk (in de vroege Koran verzen) betekende Islam: Monotheisme, dus geloof in en aanbidding van slechts één God.
- Islamitische Wet
- Wet die zelfs in de meeste Islamitische landen slechts geldt als het ideaal, niet als de daadwerkelijk uitgevoerde wet. De meeste landen hebben een op seculier-westerse grondslag gebaseerde wet die wel geinspireerd is op de Islamitische Wet, maar daar ook op essentiele punten van af wijkt.
- Isra'illiyyat
- Letterlijk 'israelitische vertellingen'. Onderdeel van de Hadith in brede zin. Deze teksten van voormalige Christenen en Joden die bekeerd waren tot de Islam bevatten allerlei details over het leven van Mohammed en de andere profeten die in de Koran niet terug gevonden worden. Voor de Islâh zijn de Isra'iliyyat niet maatgevend. Zie ook Mahdi .
- Isnad
- Onderdeel van de hadith , een overlevering m.b.t. uitspraken en gedragingen van Mohammed en zijn metgezellen
- Iqamah formule
- Formule gebruikt om aan te geven dat men dient op te staan voor het gebed.
- Ird
- Eerbaarheid die slechts kan worden verloren. (in tegenstelling tot ‘ sharaf , dat kan worden verworven)
- Jihad
- Heilige oorlog. Binnen de Shi'itische Islam kan deze regel niet meer toegepast worden omdat er geen Imam is om haar uit te roepen. ( over de spirituele betekenis van Jihad )
- Kaâba
- Gods Heiligdom in Mekka , een rechthoekig gebouw . Centraal punt voor de Hadj .
- Kafâ'a
- Sociale gelijkheid: men dient een huwelijkscandidaat uit te zoeken met een vergelijkbare sociaal-economische status.
- Khalifa (Khalief)
- Opvolger van de profeet, in staatkundige zin, binnen de Soennietische Islam. De Khalief was wereldlijk hoofd, de rechtsgeleerden waren en zijn de geestelijke leiders.De laatste sultan / Khalief is aan het begin van de 20ste eeuw afgezet. Vergelijk met de verborgen Imam .
- Khul'
- Echtscheiding op verzoek van de vrouw.
- Koefisch
- Oud Arabisch schrift.
- Koran (Quran)
- Letterlijk: dat wat gedeclameerd moet worden. Heilige boek van de Islam, samengesteld in 645 n. Christus. Geopenbaard aan Mohammed door Allah, via Gabriël.
- Kuttâb
- 1) Secretarissen van Mohammed. Zij legden ook Koranteksten vast.
2) Primair onderwijs aan kinderen.
- Madhhab
- Wetschool. Er zijn vier grote Madhhabs: Malikitisch, Hanafitisch, Sjafiitisch en Hanbalitisch.
- Madrassa
- Theologische school.
- Mahdi (ook: Imam Mahdi)
- Messianistische figuur binnen de Islam . Hij zal een bewind van rechtvaardigheid stichten en de wereld van ongeloof verlossen. Deze leer werd door de reformististen ( Islâh ) afgewezen aangezien ze niet gebaseerd is op de Koran zelf, maar op de Isra'illiyyât .
- Malikieten
- Aanhangers van de Malikitische wetsschool. In Nederland zijn dit vooral Marokkanen.
- Mardja 'taqlid
- Hoogste geleerde in de Shi'itische Islam , uit de rangen van de Ayatollah's . Bron van gezagsleer. Er is op dit moment (2005) geen overeenstemming over de vraag wie de Mardja 'taqlid op dit moment is. Dit betekent dat elke Shi'it voor zichzelf uit zoekt wie de Mardja 'taqlid voor hem of haar is. De Mardja 'taqlid geeft leiding in afwezigheid van de Imam . Vergelijk Kalifa .
- Medina
- Was Jathrib, een stad in de buurt van Mecca. Mohammed werd hier voor het eerst invloedrijk en om hem heen ontstond een staat met hem aan het hoofd. In die tijd werd de stad hernoemd tot Medina.
- Mecca
- Oud handelsknooppunt op het Arabisch Schiereiland. Nadat Mohammed hier de macht over nam werd het het centrum van de Islamitische wereld.
- Mihrâb
- Gebedsnis die de richting van Mecca aan geeft.
- Minbar
- Preekstoel in mihrâb.
- Miradj
- Kleiner religieus feest - ter herdenking van de hemelvaart van Mohammed, op de 27ste dag van de 7de maand.
- Mi'rag-isra
- Leer over de hemelvaart van Mohammed.
- Moskee
- Gebedshuis waar Moslims bij elkaar komen voor de gezamelijke gebedsdienst. Daarnaast, in Nederland, een plek waar ook andere sociale functies vervuld worden, zoals uitleg over de Islam aan kinderen, buurtfeesten en dergelijke. Ook wel genoemd 'Bait Allah' of 'Masdjid'.
- Moslims
- Belijders van de Islam.
- Mu 'ámalât
- Onderdeel van de Sharia: Sociale verplichtingen oftewel regels die de relaties tussen mensen onderling regelen (zie Sharîa ). Voorbeelden: regels over erfenis, huwelijk, relatie ouders-kinderen en hoe een Islamitische staat er uit zou moeten zien. Overigens zijn er geen landen waar deze regels precies gevolgd worden.
- Muffasirun
- Koranuitleggers. Zij baseren zich op de Hadith , inclusief de Isra'illiyyât .
- Muhaddith
- Specialist in de Hadith.
- Muhkamât
- Ondubbelzinnige uitspraken uit de Koran: de Muhmamât zijn maatgevend voor de Islamitische leer (binnen de Islâh ).
- Mushaf editie van de Koran
- Standaard editie van de Koran , bij elkaar gebracht in opdracht van kalief Othman.
- Naqshbandiyya
- Soefi orde ontstaan in de 14de eeuw die strikte naleving van Koran voor staat.
- Niyya
- Intentie.
- Niqab
- Gezichtssluier - oftwel: alles behalve de ogen is bedekt. (zie ook Hidjab )
- Oemma
- De wereldwijde Islamitische gemeenschap.
- Pelgrimstocht
- Iedere Moslim is verplicht eens in het leven, indien daartoe in staat, naar Mecca te reizen voor de verplichte pelgrimstocht. Zie zowel Hadj als 'Umra .
- Pir
- Meester
- Qâdiriyya
- Soefi orde ontstaan in de 12e eeuw in Soennietische kring. Deze orde is in de hele Islamitische wereld vertegenwoordigd, behalve in Noord Afrika.
- Qibla
- Gebedsrichting (richting Mecca )
- Qurrâ
- Mensen die tijdens Mohammed's leven Koran-verzen uit het hoofd kenden met als doel deze te declameren.
- Ramadan
- Vastenmaand. Negende maand van de Islamitische kalender. Gelovige Moslims vasten van zonsopgang tot zonsondergang. Het is een tijd van overdenking en familiebezoek. Ook zijn er elke avond Moskee diensten. Zie ook vasten.
- Ridda-oorlogen
- Oorlogen na het overlijden van Mohammed waarin Abu Bakr het uiteenvallen van de nieuwe Islamitische staat voorkwam.
- Salat
- 1) Gebedsleven. Een van de vijf zuilen van de Islam en behorende tot de I'badat .
2) Specifiek die vorm van gebed die 5 maal daags verricht moet worden, in de richting van Mekka , in een toestand van rituele reinheid. Voor mannen is het verplicht de Salat vrijdagsmiddags in de moskee te verrichten onder leiding van een imam . Zie ook gebed en adhan.
- Sayyid
- Afstammeling van Mohammed.
- Sha'a'ir al-islam
- Vijf zuilen van de Islam - voor elke Moslim onder alle omstandigheden verplicht. Zie 5 zuilen van de Islam .
- Shahada
- Geloofsbelijdenis: 'Ik getuig dat er geen god is, behalve God (Allah) en Mohammed is zijn profeet'.
- Sharï'a
- Leefregels, ceremonien ( 'I Bâdât ) en sociale verplichtingen ( Mu 'ámalât ) waar Moslims zich aan zouden moeten houden. Omvat ook strafrecht, ook al wordt dit in de meeste Islamitische landen slechts beperkt toegepast.
- Shi'itische Islam
- Minderheidsrichting in de Islam. Komt voor in bijvoorbeeld Iraq en omliggende landen. Hierbij is in tegenstelling tot de Soennitische Islam sprake van een centraal leergezag. De grootste Shi'itische richting is die van de 12-ers.
- Soenna
- 1) Het normatieve voorbeeld van de profeet Mohammed.
2) In de Shia Islam (zie Shi'iten ) ook het voorbeeld van de Imam 's die daarna kwamen.
3) Alle als authentiek beoordeelde berichten in de Hadith , of ze nu over Mohammed gaan of niet.
4) Kort voor Soennitische Islam .
5) Vanouds, voor-Islamitisch recht (in tegenstelling tot de Soenna van de profeet )
- Soenna van de profeet
- 1) Het normatieve voorbeeld van de profeet (Mohammed), zoals vastgelegd in de authentieke traditieliteratuur (Hadith).
2) Uitspraken van de profeet Mohammed.
- Soennietische Islam
- Islam van de meerderheid van de Moslims in de wereld. Hierbij is geen sprake van een centraal leergezag omdat iedere Moslim geacht wordt uiteindelijk zelf tegenover God (Allah) verantwoordelijk te zijn.
- Soera
- Hoofdstuk in de Koran
- Soefisme
- Mystieke stroming in de Islam. Arabisch: Tasawwuf . Zie Turuq Sufia .
- Suikerfeest
- Feest op de eerste dag van de maand volgend op de Ramadan , ter verbreking van het vasten . Arabisch: Id al-fitr ; Turks: Seker Bairam
- Talâq
- Echtscheiding door de man uitgesproken. Hiertoe moet de man drie maal, bij verschillende gelegenheden de ontbinding van zijn huwelijk uitspreken. Bij het huwelijk kan vastgelegd worden dat het recht op Talâq bij de vrouw berust.
- Talqîm
- Geloofsbelijdenis uitgesproken voor stervende.
- Tariqa
- Soefi gemeenschap/broederschap. Zie het meervoud: Turuq (Sufia) .
- Tasawwuf
- Arabische naam voor soefisme .
- Taqiyya
- Vrome veinzing: de regel dat Moslims mogen doen alsof ze ongelovig zijn, als eerlijk uit komen voor hun geloof zou betekenen dat ze hun leven niet meer zeker zouden zijn.
- Tawaf
- Ceremoniële loop rond de Kaâba in Mecca . Hierbij wordt zeven keer rond de Kaâba gelopen.
- Turuq Sufia
- Mystieke broederschappen. Speelden een belangrijke rol in de bekering van onder andere de bevolking van het huidige Indonesie tot de Islam. In Nederland zijn onder andere de Qâdiriyya en de Naqshbandiyya vertegenwoordigd. Zie Soefisme
- Ulama
- Geleerden
- 'Umra
- Pelgrimstocht naar mecca die niet tot een tijd van het jaar beperkt is. (zie pelgrimstocht )
- 'Urwa
- Letterlijk: hulpmiddel. De Islam en alle voorgaande monotheistische godsdiensten gezien als hulpmiddel gegeven door God, om naar het paradijs terug te mogen keren aan het eind der tijden.
- Vasten
- Beginsel van ascese en voedselvoorschriften. Een van de vijf zuilen van de Islam en behorende tot de I'badat . Specifiek het zich onthouden van eten, drinken, roken en seksuele omgang vanaf de dageraad tot zonsondergang tijdens de maand Ramadan (Shadid en van Koningsveld, p. 93). Moslims kennen drie betekenissen toe aan het vasten:
1) het is een rituele verplichting van het zelfde belang als de Salat .
2) een verdieping van het spirituele leven, door de extra gebeden en recitaties die erbij horen
3) versterking van de solidariteit met de armen, door het delen van hun ervaring en het geven van aalmoezen.
Voor kinderen, zieken, zwangere vrouwen en ouderen gelden speciale regels.
- Walî
- Huwelijksvoogd. Deze is verplicht voor de vrouw en beslist mee over het te sluiten huwelijk.
- Zakat
- Dat deel van het eigendom dat de Moslim af zou moeten staan ten behoeve van het algemeen nut en het onderhouden van armen en weduwen etc. Een van de vijf zuilen van de Islam en behorende tot de I'badat .
- Waqf
- Stichting ten behoeve van armen, weduwen of andere hulpbehoevenden. Zie zakat .
Bronnen
- van Koningsveld 2005 : Colleges aan de Rijksuniversiteit van Leiden bij hoogleraar P.S. van Koningsveld (2005).
- Shadid en van Koningsveld : Moslims in Nederland, Minderheden en religie in een multiculturele samenleving , W.A.R. Shadid en P.S. van Koningsveld, tweede geheel herziene druk, Bon Stafleu van Loghum Houten/Diegum 1997
- van Koningsveld 1988 : De Islam , een eerste kennismaking met geloofsleer, wet en geschiedenis, P.S. van Koningsveld, 3e geheel herziene en uitgebreide druk, De Ploeg, Utrecht, 1988
- Woordenlijst bij de cursus ' Indische Islam ', Leidse Universiteit.
- Woordenlijst die circuleert onder studenten 'wereldgodsdiensten' aan de Leidse Universiteit
- Wikipedia