Je eigen waarheid maken

Wies Kuiper is sinds kort de nieuwe voorzitter van de Theosofische Vereniging in Nederland. Niet voor lang maar wel met overgave. 'Eigenlijk woon ik hier zo'n beetje', zegt ze niet voor niets. Een gesprek over de kerngedachten van de theosofie, het onderscheid met de antroposofie en de persoonlijke keuzen die Wies Kuiper maakt: 'Je moet tenslotte je eigen waarheid maken, hoezeer je daarbij ook geholpen kunt worden door je leraren.'

Toon Schmeink

Theosofie

De theosofie kent drie centrale doelstellingen. Het vormen van een kern van universele broederschap, het aanmoedigen van vergelijkende studie van godsdienst, wijsbegeerte en wetenschap, en ten slotte het onderzoeken van de onverklaarde wetten van de natuur en van de vermogens die in de mens latent aanwezig zijn. In Nederland telt de Theosofische Vereniging ongeveer vijfhonderd leden en nog eens ruim honderd belangstellenden. Het bestuur heeft mede als taak de doelstellingen van de vereniging uit te dragen door middel van lezingen, publicaties, studiebijeenkomsten en dergelijke. Er is jaarlijks een bijeenkomst van de vertegenwoordigers van alle nationale theosofische verenigingen, een zogenaamde councilvergadering in Chennai, het voormalige Madras in India. De grootste verenigingen zijn gevestigd in India, Amerika en Australië. Er zijn wereldwijd ongeveer 31.000 leden in ongeveer vijftig landen. Het secretariaat van de Nederlandse Theosofische Vereniging is gevestigd aan de Tolstraat 154 in Amsterdam,
1074 VM,
tel. (020) 676 56 72,
e-mail: info@theosofie.nl,
website: www.theosofie.nl.
De bibliotheek is geopend van maandag t/m vrijdag 10.30-17.00 uur. [kijk op de website voor de huidige openingstijden]

'Het is gemakkelijker om te zeggen wat de Theosofische Vereniging niet is, dan wat zij wel is, want het karakter van de Vereniging is een samensmelting van een aantal verschillende elementen.' Dit schrijft de Indiase Radha Burnier, voorzitter van de internationale Theosofische Vereniging, als openingszin in een brochure over haar vereniging.

Motief probeert aan de hand van Wies Kuiper (67), voorzitter van de Theosofische Vereniging in Nederland, te begrijpen wat de theosofie en de vereniging nu wél is.

Wies Kuiper is kersvers voorzitter; zij heeft deze functie enkele maanden geleden overgenomen van haar voorgangster Ali Ritsema. Mevrouw Kuiper bekleedt haar nieuwe positie voor een periode van ongeveer drie à vier jaar, om dan plaats te maken voor een jongere bestuurder. We praten in haar sobere kantoortje aan de Amsterdamse Tolstraat, waar ook de bibliotheek, de boekhandel/uitgeverij en het secretariaat is gevestigd, over haar leven, over de theosofie en de Theosofische Vereniging.

'Ik ben geboren in de Betuwe, in het dorp Valburg tussen Arnhem en Nijmegen. Het was een toegewijd rooms-katholiek gezin met vier kinderen. Mijn vader was eerst onderwijzer, later schoolhoofd. En omdat het een klein dorp was, heb ik eigenlijk mijn hele lagere schoolleven bij hem in de klas gezeten. Ik vond dat vanzelfsprekend en het had ook geen enkel voor- of nadeel. Het was gewoon en werd ook door mijn medeleerlingen gewoon gevonden. Op school was het 'meester' en thuis was het 'papa', dat ging heel ongedwongen. We hebben de slag om Arnhem meegemaakt en zijn dus ook geëvacueerd. Je kon dat allemaal 's nachts zien gebeuren: landingen van de parachutisten, het schieten, de lichtkogels. Ik was negen, een verrukkelijke leeftijd voor dat soort dingen. Het is allemaal heel spannend en je bent nog te klein om te beseffen dat je gevaar loopt. Maar die hele evacuatie was nog spannender dan de gevechten: alle dorpelingen op vrachtwagens naar België, een tocht van drie dagen. En toen we terugkwamen konden we helemaal opnieuw beginnen, want er was ontzettend geplunderd. Ons huis was helemaal leeg, alles weg. Bovendien was de Betuwe door de bezetter onder water gezet. Als kinderen vonden we het allemaal wel mooi. Je kon overal spelen. Er hingen draden aan de elektriciteitspalen om mee rond te zwaaien. Als speelplaats was het verrukkelijk. Het was eigenlijk een soort ontwikkelingsgebied waar alles opnieuw moest worden opgebouwd. Al gauw kwam er weer wat regelmaat en gingen we weer naar school. We zaten in een kaal lokaal op kisten en de tafels waren ook kisten met een sloopdeur eroverheen. Het enige wat we nog hadden waren oude godsdienstboekjes met een spelling van ver voor de oorlog. Later ging ik naar de middelbare school in Nijmegen, Mater Dei bij de zusters Ursulinen. Daar heb ik de hbs-B opleiding gedaan. Daarna heb ik de middelbare acte P, lichamelijke opvoeding, gehaald. Ik ben dus gymjuf van beroep en heb ook jarenlang les gegeven. Na ons huwelijk in 1960 kregen we twee zoons. Vijftien jaar geleden ben ik gescheiden.'

'In de jaren tachtig ben ik lid geworden van de Vrij-Katholieke Kerk, dat is voor theosofen niet zo bijzonder, want er is een nauwe band tussen de theosofie en deze religieuze gemeenschap. Sinds 1978 ben ik lid van de 'Orde van weefsters', die parallellen heeft met de vrijmetselarij, behalve dat er alleen vrouwen lid van kunnen zijn. Voor mij is deze orde heel belangrijk, omdat het lopen op deze twee paden mij extra inspiratie geeft. Ik kreeg steeds meer problemen met de rooms-katholieke kerk en het voor mij onbevredigende godsbegrip. Een vriendin wees mij op het bestaan van de Vrij-Katholieke Kerk. En van daaruit ben ik in contact gekomen met de theosofie, omdat de priester van die kerk theosoof was. Toen ik eenmaal met de theosofie in aanraking kwam, hoorde ik van reïncarnatie en karma, allemaal zaken waar ik naar hunkerde.
Maar het wonderlijke is dat ik al veel eerder kennis had gemaakt met de antroposofie. Toen onze kinderen schoolrijp werden, zijn we in het begin van de jaren zeventig heel nauw betrokken geraakt bij het oprichten van de vrijeschool in Zwolle.'

U werd theosoof omdat u graag meer wilde weten van karma en reïncarnatie. Maar u was jaren daarvoor al in contact gekomen met de antroposofie. Daar kon u dus kennelijk niet vinden wat u zocht'
'Ik zal het u nog sterker vertellen. Ik ben in die tijd naar Dornach gereisd waar dat gebouw staat van de internationale Antroposofische Vereniging.'
U bedoelt het Goetheanum'
'Jazeker. We kregen daar een rondleiding en daarbij deed zich iets voor waar ik veel moeite mee had. Onze gids bij die rondleiding was een oudere heer met een alpinopetje. Ik zie hem nog voor me. Bij alles wat je vroeg begon hij zijn antwoord met de woorden: 'Herr Doktor hat gesagt..., der Herr Doktor hat gesagt, en... der Herr Doktor hat gesagt...' Wij dachten op een gegeven moment: 'Ja, alles goed en wel, maar vind je er nu zelf ook nog wat van'' Maar hij vond er zelf kennelijk maar weinig van, althans zo begrepen wij dat uit zijn woorden. Weken daarna had ik een droom. Ik liep in die droom helemaal langs de muur van dat Goetheanum en ik kon nergens een deur vinden. Ik ben er zeven keer omheen gelopen en nergens vond ik een deur. Toen dacht ik bij mezelf: 'Dat is het dus niet.' En een jaar later droom ik precies diezelfde droom opnieuw !'
'Maar misschien was ik nog niet ontvankelijk voor de werkelijke betekenis van karma en reïncarnatie in die dagen. Toen mijn zoon eerste communie moest doen in de rooms-katholieke kerk waar we toen nog lid van waren, kwam dat eigenlijk ineens heel sterk naar boven. Er was een moedergroep ter voorbereiding van die communie en daar beleefde ik eigenlijk een grote leegte. Ik vroeg aan de pastoor: 'Leg nu eens uit waarom de dingen zijn zoals ze zijn.' Hij zei alleen maar: 'Kijk, hier is de olie en daar is het wijwater en we doen het dan zo en zo.' Maar echt antwoord op de vragen: waarom die olie en dat wijwater en wat is daar nu de achterliggende betekenis van, kregen wij niet. Er zat eigenlijk alleen maar breedte en totaal geen hoogte in dat verhaal. Je drijft dan langzamerhand weg en je raakt geopend voor iets anders. En dat gebeurde in de Vrij-Katholieke Kerk. Voor mijn man was het aanvankelijk niet zo vanzelfsprekend, maar van lieverlee ging hij met onze zoons ook naar de dienst en hij is ten slotte zelfs tot priester gewijd.
In die tijd zijn we gescheiden. Zo gaat het leven nu eenmaal. De Vrij-Katholieke Kerk is tamelijk klein en dan heb je al gauw een bestuursfunctie. Ik ben een hele tijd voorzitter van die kerkgemeente geweest.
En nu ben ik dan al meer dan dertien jaar lid van het hoofdbestuur van de Theosofische Vereniging. Wat dat betreft woon ik hier eigenlijk een beetje. Ik heb in de ledenvergadering gezegd dat ik mezelf drie jaar de tijd geef en dat het een belangrijke taak zal zijn een geschikte opvolger te vinden. Het kost me nu ongeveer een halve werkweek in totaal. En het is natuurlijk in deze tijd ook moeilijk jongere mensen te vinden, omdat zij ' zeker ook de vrouwen ' vaak in werk en gezin heel weinig ruimte overhouden.
Is er sprake van een zekere geestelijke hiërarchie in het bestuur, zoals bij de rozenkruisers'
'Bestuursleden zijn bij ons niet in een soort geestelijke hiërarchie hoger geplaatst dan anderen.
Er is een mooi gezegde voor dat terrein: 'Zij die spreken weten niet en zij die weten spreken niet.' Dat tref je natuurlijk in elke vereniging met een inhoudelijke doelstelling. Laten we zeggen dat niemand zich op zijn of haar geestelijke ontwikkeling laat voorstaan.'
Wat is volgens u de kern van de theosofie'
'De kern is de broederschapsgedachte, maar mijn belangstelling ligt het meest bij de tweede doelstelling van de theosofie, de vergelijkende studie van godsdienst, wijsbegeerte en wetenschap. Ik beleef het als hoogtepunten van de theosofie om De Geheime Leer van mevrouw Blavatsky, de sofia, de gnosis en het Oude Testament met elkaar te verbinden, om het Corpus Hermeticum (een centraal geschrift van de rozenkruisers, red.) te lezen en de moderne theosofische literatuur. Toch moet je proberen je eigen verhaal en je eigen waarheid te vinden. Daarbij is de theosofie en de theosofische benadering een grote hulp. Theosofie is voor mij een vorm waarin ik kan groeien tot een stadium van bewustzijn waarin ik vrede bereik. Voor al mijn onderzoekingen en vragen is theosofie de basis.
Wat theosofie mij gebracht heeft is het bewustzijn dat ik als mens, als godsvonk, ergens bij hoor en daarmee onverbrekelijk verbonden ben en daar ook weer naar toe ga om in een toekomst verder te groeien. Het idee van de immanente God is voor mij het allerbelangrijkste geweest. Immanentie die volgens de wetten van de periodiciteit ' de zogenaamde 'Pelgrimstocht voor iedere ziel' ' door de kringloop van de incarnaties opklimt tot het hoogst bereikbare, de zuivere verbinding met het Atman. Wat de antroposofen misschien het Christusbeginsel noemen' Belangrijk in de theosofie is ook de vrijheid die je hebt om je eigen waarheid te zoeken. Krishnamurti zegt ergens: 'Je leert schrijven in een schriftje met hoofdlijnen en hulplijnen. Maar als je eenmaal kunt schrijven heb je die hulplijntjes niet meer nodig.' Zo is het ook met sommige levens waarin je veel leiding en steun nodig hebt en andere levens waarin dat minder het geval is en je vooral zelf moet zoeken en onderzoeken. Zo is het eigenlijk ook in een individueel leven op aarde. Er zijn jaren dat je op geestelijk gebied veel steun en leiding nodig hebt en andere perioden waarin je veel zelf kunt ontwikkelen en misschien zelfs anderen tot steun kunt zijn.'
Wat beleeft u als hét verschil met de antroposofie'
'Ik heb de indruk dat de antroposoof door veel dingen fysiek in de maatschappij te doen tot een vorm van bewustwording komt. Terwijl een theosoof veel meer door het denken en de intuïtie probeert zo ver te komen. Het lijkt me vooral een andere vorm, een andere weg. Een theosofisch arts of leraar doet meer vanuit zijn achtergrond en zal niet als theosoof in zijn of haar beroep staan, maar de theosofie veel meer als achtergrond en basis beleven. In het algemeen zal een theosoof de theosofie meer uitdragen in een manier van zijn, een manier van leven, meer dan in woorden. Maar misschien is het al uitgedrukt in de namen. Bij de antroposofie gaat het om kennis omtrent de mens en bij de theosofie om de wijsheid van het goddelijke.'
In de theosofische literatuur kom je vaak het begrip 'monade' tegen. Waarvoor staat dat woord nu precies'
'Ja, die begrippen zijn wel eens lastig, de theosofie kent heel veel termen uit het Sanskriet. De monade is dat deel van de geestelijke mens dat elke keer weer incarneert. Dus het allerhoogste, blijvende beginsel van de mens. Dat steeds weer teruggaat en weerkeert en vasthoudt wat in de onderscheiden levens is geleerd.'
Waar streeft de monade naar' Wat is het uiteindelijk doel'
'Bewustwording en eenwording met de oerbron. De monade zoekt de weg terug door alle incarnaties heen. Wat uitgeademd is dient op een hoger bewuster niveau terug te komen dan waarvan het is uitgegaan. Uiteindelijk eindigt dat in de versmelting met de universele geest, het atmische principe, waaruit het is voortgekomen. Op ons huidig menselijk niveau kunnen we de uiteindelijke zin daarvan niet kennen. We moeten die hogere lagen in ons denken nog ontdekken in komende incarnaties om weer terug te komen bij het oerbeginsel. Er zijn natuurlijk mensen die ons voor gaan op die weg zoals Lao Tse, Jezus Christus, Mani en Boeddha. Je zou kunnen zeggen dat zij het 'Christusbewustzijn' in zichzelf hebben verwezenlijkt. Het is de bedoeling dat ieder mens dat op den duur moet doen, maar we zijn allen op weg en nog niet allen even ver...'
In feite stelt de theosofie deze ingewijden op een lijn. Bestaat er tussen hen geen geestelijke rangorde'
'In wezen wel. Wij kennen in de theosofie de zogenaamde Mahatma's of 'Meesters van wijsheid'. Het begrip Mahatma heeft twee betekenissen: grote ziel, iemand die de hoogste fasen van menselijk bewustzijn heeft bereikt, een ingewijde van een hogere graad, die de beperkingen van het lichaam is ontstegen en als het nodig is een lichaam kan aannemen. Maar het is ook een titel voor hoog ontwikkelde mensen. Dergelijke mensen, zoals Rudolf Steiner, Max Heindel en mevrouw Blavatsky, hebben meer begrip van de wetten van de natuur en de hogere vermogens die in de mens aanwezig zijn. Deze 'groten der mensheid' vallen hieronder, maar ik ben niet in staat tussen hen een hiërarchie aan te geven. Mevrouw Blavatsky had hulp van tenminste twee meesters bij het schrijven van Isis ontsluierd en De geheime leer. Deze meesters hadden ook een soort briefwisseling met de heer Sinnett tussen 1880 en 1884. De oorspronkelijke brieven zijn te zien in het British Museum in Londen. Sinnett was redacteur van een toonaangevende Engelse krant in het voormalig Brits-Indië. In de brieven wordt ingegaan op de kosmologie en de ontwikkeling van het menselijk ras. Zij geven veel inzicht op godsdienstig en wetenschappelijk terrein en hebben nog steeds profetische waarde. Maar zij bevatten ook zaken van praktische waarde en geven blijk van warme menselijkheid en gevoel voor humor. Wat ik erg belangrijk vind is het verbonden zijn met deze geëvolueerde zielen, die ons als grote broeders en zusters hulp en zorg geven.'
Bepalen deze meesters het levensdoel van de mens of is de mens vrij tot het kiezen van een levensdoel'
'De mens kiest zelf zijn levensdoel in het voorgeboortelijke en weet diep in zichzelf wat dat doel is. Je kunt een voorbeeld nemen aan de meesters bij het zoeken naar dat levensdoel. Ik denk dat je een karmisch bepaald levensdoel hebt en dat de keuze die je tijdens het leven maakt mede wordt bepaald door het al of niet blijmoedig aanvaarden van dat karma. Het gaat er dus niet om wat je overkomt, maar hoe je ermee omgaat. Daar zit de vrijheid: hoe leef ik mijn leven' Hoe ga je om met de opdrachten die je in het leven krijgt''
Krishnamurti is op een heel bepaalde manier een schakelfiguur tussen antroposofie en theosofie. Immers Rudolf Steiner heeft indertijd van de algemeen heersende opvatting van zijn medetheosofen radicaal afstand genomen, dat Krishnamurti een reïncarnatie van Christus zou zijn. Steiner erkent de wederkomst van Christus, maar uitsluitend in de etherische wereld. Later heeft Krishnamurti zelf in alle toonaarden ontkend dat hij een reïncarnatie van Christus zou zijn en is hij evenals Steiner uit de vereniging gegaan. Is dit nu nog steeds een levend probleem voor de theosofen'
'Krishnamurti heeft op een heel natuurlijke, gemakkelijke manier een heleboel zinnige dingen gezegd. En theosofie is voor een aantal mensen gewoon vanwege het moeilijke taalgebruik en de abstractie van de begrippen moeilijk toegankelijk. Hij heeft niet willen aanvaarden dat men hem als wereldleraar en hoofd van de theosofen wilde maken. Maar zijn eigen scholen in India hebben heel veel raakvlakken met de theosofie. Hij wilde geen mensen die zeiden 'Herr Doktor hat gesagt'', maar dat wilde Steiner natuurlijk ook helemaal niet. Dat doen de mensen, helaas. Je moet tenslotte je eigen waarheid maken hoezeer je daarbij ook geholpen kunt worden door je leraren. Om antwoord te geven op uw vraag: ik heb niet de indruk dat deze gebeurtenis de huidige theosofen nog verdeeld houdt of zoiets.'
Ergens las ik in een boekje van uw vereniging dat de periode tussen dood en nieuwe geboorte wordt doorgebracht in 'rust en geluk'.
'Als iemand zoiets opschrijft is dat zijn eigen mening en dat respecteren wij. Voor mij is het leven hier op aarde te vergelijken met dat van een soldaat aan het front. Van tijd tot tijd ga je terug om te herstellen en op adem te komen. De verwerkte ervaringen gaan met de monade terug en dat is natuurlijk een activiteit. Wat ik zeg is overigens geen theosofisch standpunt of zoiets, want ik geloof niet eens dat dat bestaat. Ieder mens zal daar zijn eigen onderzoek moeten doen. Al zijn er ook theosofen, die hierover wel een heel uitgesproken standpunt hebben', lacht Wies Kuiper. 'Voor mij is het belangrijk een 'voorlopig' standpunt te hebben, dat ik kan bijstellen als ik meer weet of meer inzicht denk te hebben. Zo gauw als je iets als 'waar' bestempelt, ligt het vast en kan het fundamentalisme toeslaan.'
Hoe verklaart de theosofie het begrip 'karma''
'Een wet van harmonie, van oorzaak en gevolg. Ik denk dat onze opvattingen niet ver van de antroposofische liggen. Wij onderscheiden eveneens persoonlijk karma, volkerenkarma en wereldkarma. Alles wat een effect veroorzaakt zal op een of andere manier weer in harmonie moeten worden gebracht. Alles wat ik doe en denk blijft in de geestelijke wereld bestaan, dat kan niet weggegooid of ongedaan worden gemaakt. Het moet eens worden vereffend. Ik denk dat een mens in het voorgeboortelijke een nieuwe opdracht formuleert, geschikte ouders zoekt om op aarde het gereedschap te vinden en te maken om die opdracht te kunnen uitvoeren.'
'Er kunnen nare dingen gebeuren in je eigen leven en in de wereld om je heen. Dan ontmoet je het onbekende, het onbegrepene. Door die ervaringen wordt je gedwongen ernaar te kijken en krijg je een kans om ze om te zetten. De mensheid staat nog in de kinderschoenen. Als wij ons afwenden van de geest en ons volledig op de materie richten, dan leven we als afgescheidenen, als eenlingen en is het weten van de verbondenheid met je monade, je hogere zelf, maar ook met je medemens verstoord. Wij leven in ons dagelijks leven misschien wel voor negentig procent op die manier en dan gebeuren er natuurlijk dingen die wij heel erg vinden, maar die ons tegelijk kunnen opwekken tot een andere manier van leven. Dat zal pas ophouden als wij als mensen niet meer in de dualiteit van geest en materie leven.'
Ligt het accent in het beleven van de theosofie op studie'
'Voor sommigen wel, voor anderen niet. Er zijn mensen die vooral de broederschapsgedachte onderschrijven en van daaruit theosoof zijn. Die mensen studeren minder, maar zijn niet minder theosoof. Zij vormen een kern van broederschap zoals dat het centrale thema van de theosofie is. Bij het vormen van zo'n kern moet je je bewust worden van je opdracht daarin. Dat moet actief beleefd worden. Belangrijk is dat je vanuit die gedachte van broederschap gaat leven, dat het een werkelijkheid voor je wordt. Het leeft in je hoofd en in je hart en het komt in je handen tot uitdrukking.'
Hebt u ooit een directe ervaring gehad die voor u de inhoud van de theosofie bevestigde'
'Enkele keren. Maar een heel directe ervaring beleefde ik een aantal jaren geleden in India. Ik volgde daar in het theosofisch centrum in Chennai een cursus. Tussen de middag gingen de meesten slapen. Maar ik nestelde mij dan met wat boekjes op de waranda van een van die typische grote Engelse koloniale huizen. Plotseling was het alsof ik van achter de schermen van de kosmos naar de aarde keek en tegelijk doordrong mij het concept van de schepping. Er was geen enkel besef van tijd. Toen ik mij weer bewust werd van mezelf, leek het alsof mijn adem stilstond. Ik ademde niet meer. Ik kon er met niemand over praten, de tranen liepen over mijn wangen.'
Indertijd zijn de theosofen evenals de antroposofen door het weekblad de Groene Amsterdammer op de korrel genomen en van allerlei beschuldigd. Hoe is uw verenigingsbestuur daar indertijd mee omgegaan'
'We zijn jaren daarvoor ook al eens een keer negatief benaderd. We hadden een plastic tas voor het verpakken van de uitgeleende boeken, met een heel kleine swastika in het logo van de vereniging. Zoals u weet is de swastika een heel oud spiritueel teken voor in- en excarnatie. Wij werden direct in verband gebracht met de Nazi's en wat dies meer zij. Uiteindelijk zijn we door een antidiscriminatiecommissie in het gelijk gesteld. Later kwamen wij opnieuw in de negatieve publiciteit, maar toen zijn we maar heel stil blijven zitten en hebben jullie eigenlijk de kastanjes uit het vuur gehaald met het kort geding tegen de Groene Amsterdammer. Maar verder zitten we natuurlijk wat ongerechtvaardigde verdachtmakingen betreft vaak in hetzelfde schuitje.'
Wordt er in de theosofische kring nationaal of internationaal wel eens gedacht over samenwerking of contacten met geestverwante stromingen zoals antroposofen, rozenkruisers en soefi's'
'De soefi's hebben hun bijeenkomsten in onze zaal beneden, zij wonen als het ware bij ons in. En voor onze laatste ledenvergadering heeft Joost Ritman van de rozenkruisers een inleiding van een uur gehouden. Wij hebben sinds kort ook overleg met de bibliotheek van de rozenkruisers aan de Bloemgracht in Amsterdam. Een aantal oude, zeer kostbare boeken is aan hen verkocht, omdat zij veel beter toegerust zijn om goed voor deze boeken te zorgen.
Met de antroposofie als instituut hebben wij geen contacten, maar ik denk dat het heel goed is dat allerlei verwante spirituele stromingen de komende tijd contact met elkaar zoeken. Het recente initiatief 'Amsterdam met hart en ziel' is zo'n voorbeeld van beter contact en begrip.'

Artikel uit: Motief, maandblad voor antroposofie - nr. 55, september 2002

© Antroposofische Vereniging in Nederland

www.antrop-ver.nl Gevonden op: http://www.antrop-ver.nl/motief/nummers/motief55-1.htm. Aldaar verdwenen in 2006