Co-freemasonry, theosofen en vrijmetselaars
Katinka Hesselink, 2005-2008
Het ontstaan van gemengde vrijmetselarij
Gelijk bij het ontstaan van de Vrijmetselarij in Nederland in de 17de eeuw ontstonden ook de eerste gemengde loges. Omdat deze niet officieel aangesloten konden zijn met het Grootoosten, werden het adoptief loges genoemd. Dat wil zeggen dat bij een reguliere loge een loge geadopteerd werd, waarin wel vrouwen werden opgenomen. Dit bleef eeuwenlang slechts een marginaal verschijnsel.
Aan het eind van de 19de eeuw ontstond gemengde vrijmetselarij in Frankrijk, toen verschillende loges van het Grootoosten zich besloten af te splitsen. BZ, blz 7, verhaalt dat een afgescheiden loge (Les Libres Peseurs) Maria Deraismes inwijdde en vervolgens weer toetrad tot de Grootloge, onder voorwaarde dat niet meer vrouwen ingewijd werden. Om deze loge niet in verlegenheid te brengen, bleef Deraismes afwezig van de logebijeenkomsten.
Georges Martin vond dit echter onredelijk en richtte samen met Deraismes een nieuwe orde op. In 1893 werden de eerste vrouwen ingewijd en werd de eerste loge opgericht. (BZ, blz. 17).[1] Le Droit Humain betekent het recht van de mens, een verwijzing naar het recht van de vrouw om gelijk behandeld te worden als de man. In 1894 overleed Maria Deraismes en werd het werk voortgezet door Dr. Martin en zijn vrouw.
Francisca Arundale, prominent engels lid van de Theosophical Society (TS) en feministe werd lid van deze club en vertelde Annie Besant, een populaire spreekster en later presidente van de TS, over deze beweging. Zij zag er wel wat in, werd in 1902 in Parijs ingewijd en besloot over deze vorm van vrijmetselarij te spreken. Aangezien zij een zeer inspirerend spreekster was, en de Co-freemasonry bij de theosofische idealen aansloot, werd Le Droit Humain een wereldwijde beweging. Zij kreeg de functie van Vice-grootmeester van de orde en Vertegenwoordiger van de Opperraad in Groot-Brittanië (BZ, blz 24, met iets andere titelatuur, SHTS, p. 347). Internationaal hebben theosofen een grote rol gehad, aangezien prominente theosofen lid waren en zelfs hoge functies bekleedden. C.W. Leadbeater schreef het boek ‘Hidden Life in Freemasonry’. Dr. Arundale en N. Sri Ram, beiden aan het eind van hun leven president van de Theosophical Society, waren achtereenvolgens hoofd van de ‘Eastern Federation of the Order of Co-Masonry. Jinarajadasa, also president of the TS in his time, rose to the highest degree in the work of International Co-Freemasonry. (SABTS, p. 18, 21, 151, 181)
Geheimhouding
Vrijmetselarij heeft een geheimzinnige reputatie. Dit komt doordat er over de ceremonies normaal gesproken niet veel verteld wordt en doordat men nooit van een ander zal zeggen: die is ook lid. Zulke dingen houdt men privé. De ceremonies worden geheim gehouden zodat de psychologische indruk die het op de kandidaat maakt niet verstoord wordt door voorkennis. Toch zijn online veel ceremonies wel te vinden. Een andere reden die gegeven wordt voor het niet toelaten van belangstellenden is dat de veilige en besloten sfeer in stand te houden. (BZ, blz 149)
Le Droit Humain in Nederland
18 juni 1904 kwam Annie Besant met wat Engelse leden (van de vrijmetselarij of van de Theosophical Society?) naar Nederland. Zij wijdden op dat moment zes heren en vier dames in in de Co-freemasonry. Twee dagen later werden ze bevorderd tot achtereenvolgens gezel en meestermetselaar. (BZ, blz. 27) Daarna kon de eerste loge opgericht worden. Vergelijken we de namen van de eerste leden van die eerste loge in Nederland met de namen die in KB vermeld worden, dan blijken slechts drie namen niet overeen te komen. In andere woorden: de eerste co-freemasons in Nederland waren bijna allemaal ook theosoof. BZ merkt op dat onder invloed van C.W. Leadbeater en Annie Besant veel theosofen lid werden van de gemengde vrijmetselarij.
Dit werd niet altijd gewaardeerd door de andere leden van de Nederlandse loges, die van mening waren dat de invloed van de theosofen te groot werd.
In de oorspronkelijke ritualen van Georges Martin, die atheïstisch genoemd mogen worden, bracht Annie Besant wijzigingen aan. De gewijzigde ritualen kwamen meer overeen met haar theosofische en mystieke ideeën.
Ook Leadbeater werkte aan de ontwikkeling van nieuwe ritualen, die meer nadruk moesten leggen op mystiek-religieuze aspecten in de loges van de Gemengde Vrijmetselarij. In 1915 werden er echter nieuwe ritualen gepubliceerd door Broeder van Ginkel, die (veel) minder theosofisch waren. (BZ, blz. 27)
In 1925 brachten Besant en Leadbeater samen herziene ritualen uit. In Nederland ontstond discussie of deze zogenaamde ‘Engelse’ ritualen gebruikt gingen worden, of die van Van Ginkel. In eerste instantie werden de ritualen van Van Ginkel gebruikt. Na de tweede wereldoorlog werd, door de invloed van vrijmetselaars uit Nederlands-Indië, uiteindelijk besloten dat beide ritualen toegepast mochten worden. Van Ginkel was theosoof, maar van mening dat de Vrij Metselarij los moest staan van de theosofie. Op advies van Leadbeater baseerde hij zijn rituaal in 1915 op dat van het Groot Oosten. (BZ blz. 211)
Er zijn verschillende gemengde vrijmetselarij-federaties in Nederland. De hier besproken organisatie is de ‘Nederlandse Federatie van de Internationale Orde van de Gemengde Vrijmetselarijk Le Droit Humain’ (IOGVM Le Droit Humain), daarnaast bestaan er ook nog het ‘Nederlansch Verbond van Vrijmetselaren’ en de ‘Nederlandse Grootloge van de Gemengde Vrijmetselarij’ (NGGV).
Loge Delta
Het ritueel dat we bespreken wordt uitgevoerd in Loge Delta. In de vrijmetselarij is elke loge tot op grote hoogte onafhankelijk van de Federatie de hen samenbindt. Loge Delta is in 1989 opgericht in Delft, met leden uit Den Haag en Rotterdam. Ze is een van de jongste loges in Nederland. Ze werkt met de Schotse Ritus en ‘heeft de studie van de ritualen hoog in het vaandel.’ (BZ, blz. 102)
Bronnen
Colleges vrijmetselarij aan de Leidse Universiteit, najaar 2008 over de geschiedenis van adoptieve loges.
BZ: Broeders en Zusters: Honderd jaar Gemengde Vrijmetselarij, Documentatie en herinneringen, opgetekend door Ank Engel, archivaris. Nederlandse Federatie van de Internationale Orde van de Gemengde Vrijmetselarij Le Droit Humain. Drukkerij Protocol BV, Zoetermeer, 2004
KB: … een Kern van Broederschap… , 100 jaar theosofische vereniging in Nederland, 1897-1997, Ruud Jansen, Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland, Amsterdam, 1997. Voornamelijk blz. 142-144.
SHTS: A Short History of the Theosophical Society, compiled by Josephine Ransom, Adyar, Madras, India, 1938, reprint 1939
SABTS: The Seventy-Fifth Anniversary Book of the Theosophical Society, A short history of the Society’s growth, 1926-1950, by Josephine Ransom, Adyar, Madras, India, 1950
http://www.droit-humain.org/ - Bekeken op 8-2-05
[1] De preciese chronologie van dit verhaal is me niet duidelijk. De bronnen spreken elkaar tegen. In SHTS wordt op 346 gesproken van verschillende loges die afsplitsen, zoals hierboven vermeld. Volgens SHTS leidde het inwijdden van meerdere vrouwen tot protesten in de loge en daarbuiten, zodat uiteindelijk met de hulp van Dr. Georges Martin in 1893 ‘La Grand Loge Symbolique Ecossaise de France, Le Droit Humain’ opgericht werd. De vraag is nu in welke volgorde het afsplitsen gebeurd is. Is dat gebeurd voor de extra vrouwen werden ingewijd of daarna? Ik kan op grond van mijn bronnenmateriaal geen uitsluitsel geven.