Boeddhisme en relaties
Katinka Hesselink
Boeddha verliet zijn vrouw en baby om Verlichting na te streven. Dit is niet het type voorbeeld dat zal helpen om een goede relatie met echtgenoot of echtgenote op te bouwen. Binnen het Boeddhisme kan het hebben van een goede relatie wel worden gezien als onderdeel van de leke-waarden. Voor hen die niet bereid of in staat zijn monnik of non te worden, is het hebben van een gezin en het opvoeden van kinderen heel respectabel. Het leidt alleen niet, volgens het Boeddhisme, tot Nirvana.
Was het egoistisch van Boeddha om zijn vrouw en kind achter te laten?
Naar hedendaagse maatstaven was het zeker egoistisch van Siddharta, de bodhisattva, om zijn vrouw en kind achter te laten. Naar de maatstaven van zijn tijd was het dat waarschijnlijk niet, hoewel hij wist dat zijn vader woedend zou zijn. Aan de andere kant: hij wist dat zijn vrouw en kind goed verzorgd zouden worden door zijn familie. Siddharta had volgens de legende de hele tijd aan een hof geleefd waar de uitgebreide familie samen in een 'huishouden' leefde. Ooms en neven spelen in een grote rol in zijn biografie. Hieraan kun je zien dat een familie-bestaan in zijn tijd niet slechts vader, moeder en kinderen in hield.
Wat kunnen we leren van Boeddha's leven, in onze eigen relaties?
Boeddha liet de wereld zien dat we niet moeten verwachten dat geluk van een ander komt. Zelfs mensen die getrouwd zijn moeten niet verwachten dat die ander jou gelukkig gaat maken. In plaats daarvan kunnen beiden hun best doen de relatie goed te houden. Als beide partners dat doen, zullen ze beide gelukkiger zijn. Mensen in een goede relatie zijn, volgens de moderne psychologie, gelukkiger dan mensen in hun eentje. Mensen in een slechte relatie zijn overigens ook ongelukkiger dan ze in hun eentje geweest zouden zijn.
De roeping van monnik of non
Het moderne leven kan behoorlijk eenzaam zijn voor wie single is en blijft. Onze maatschappij is daar niet op gemaakt - hoewel dat wel lijkt te veranderen. In de tijd van Boeddha was het behoorlijk normaal voor mannen om door het land te zwerven op zoek naar Verlichting. Groepjes van zulke mannen werkten samen. Daarnaast waren er leraren die andere mannen leerden wat zijzelf op het gebied van meditatie en mystiek geleerd hadden. We weten niet van veel vrouwen die dit deden, overigens.
Boeddha's systeem van monnikken en nonnen (dus ook vrouwen) bouwde hier op voort, met een geinstitutionaliseerd groeps-aspect. Monnikken die in de zelfde buurt woonden, werden geacht voor elkaar te zorgen als ze ziek werden. Ook was er een maandelijks ritueel waarin zonden werden opgebiecht. Zulke groepjes beslisten ook over hun eigen groepsregels. [althans: ze reciteerden de groepsregels en als er veranderingen werden gemaakt, en niemand vocht die aan, vonden ze doorgang]
Dit betekent dat het klooster niet alleen een plek was om verlicht te wordne, maar ook een toevluchtsoord voor mensen die om wat voor reden dan ook niet getrouwd waren of van hun huwelijk af wilden.