25 eeuwen oosterse filosofie

Katinka Hesselink

Het boek '25 eeuwen oosterse filosofie is geen encyclopedie. Het heeft wel citaten van alle filosofische en religieuze grootheden uit India, Tibet, China, het Midden Oosten en Japan. Dus van Boeddha, Gandhi, Patanjali, Tsongkapa, Confucius enzovoorts. Als het boek alleen bestond uit de teksten die van die filosofen geselecteerd zijn, zou het nog steeds waardevol zijn, maar voor de meeste van ons volstrekt onleesbaar. Gelukkig is er bij elke filosoof ook een inleiding in diens denken en achtergrond, zodat een naslagwerk ontstaat van alle hoofdstromingen in de oosterse filosofie.

Het boek is diepgaand en een echte een aanrader. De volgende citaten geven misschien een indruk (de inleiding is van de recensente, gebaseerd op 25 eeuwen oosterse filosofie )

Wang Chong leefde van 27 tot 100 na Christus in China. Hij was een der kritisch confucianisten, die terug wilden naar een authentiek confucianisme. Het hier volgende citaat is denk ik sprekend (p. 438; Wang Chong Kritische essays, III.5 De loop der dingen)

De confucianistisch geleerden verklaren: "Hemel en aarde brengen doelbewust de mens voort." Deze woorden zijn absurd. Als immers hemel en aarde hun energie verenigen, wordt de mens vanzelf onbedoeld voortgebracht, net zoals wanneer man en vrouw hun energie verenigen er vanzelf een kind wordt voortgebracht. Als man en vrouw hun energie verenigen, dan is dat niet omdat zij wensen een kind voort te brengen. Hun gevoelens en passies worden opgewekt en zij verenigen zich, uit die vereniging wordt een kind geboren. En als man en vrouw niet doelbewust een kind voort brengen, dan kan men weten dat hemel en aarde niet welbewust de mens voortbrengen. Dus de mens ontstaat uit hemel en aarde als vissen in het water of luizen op de mens. Ze volgen hun energie, bevruchten hun soort en brengen elkaar voort. Hoe de tienduizenden wezens tussen hemel en aarde ontstaan is in wezen hetzelfde.

Over de Islam zegt de inleiding in het boek (p. 275) het volgende:

De islam kent een rijke inheemse filosofische traditie, die voort bouwt op het Griekse erfgoed, maar van daaruit in belangrijke opzichten haar eigen weg gaat. Ze beperkt zich niet tot de Arabische wereld, maar omvat met name ook de Iraanse cultuursfeer, die zich tot ver in Centraal-Azië uitstrekt. Oom islamitisch Spanje heeft een bijzondere lokale filosofische traditie gekend; en op het Indische subcontinent ontwikkelde zich een vorm van islamitisch filosofisch denken die in dialoog stond met het hindoeïsme en later met de Britse koloniale heerschappij, en die in meer detail in het hoofdstuk over Indiase wijsbegeerte aan de orde komt.

Terminologie, vraagstelling en methodes van het islamitische denken zijn grotendeels gebaseerd op de Griekse wijsbegeerte. Dat wil echter niet zeggen dat de moslim denkers slechts slaafse navolgers van Griekse voorbeelden zijn geweest, ook al deden ze zich soms als zodanig voor. Filosofie behoorde, samen met onder meer medicijnen, wiskunde en astronomie, tot de antieke of ‘rationele’ wetenschappen die zich qua uitgangspunten en bewijsvoering onderscheidden van de Arabische of ‘traditionele’ wetenschappen zoals grammatica, rechtsleer ( oesoel al-fiqh ) en speculatieve theologie ( kalaam ), een beetje zoals vandaag de dag de natuur- en maatschappijwetenschappen van elkaar verschillen. Dit onderscheid is dus beslist niet simpelweg een tegenstelling tussen dogmatisch geloof en verlichte rede. Meer in het algemeen kent de islamitische filosofische traditie een veel minder problematische verhouding tussen rede en openbaring dan de christelijke. De denkers van deze tijd beschouwen het als vanzelfsprekend dat de waarheid één is, en dat de verschillende manieren om haar te bereiken, voorzover correct, tot dezelfde resultaten moeten leiden. Voorzover de filosofie correcte kennis oplevert, moet die dus ook in overeenstemming zijn met geopenbaarde religieuze waarheden. Punt van discussie is hoogstens de relatieve waarde van filosofische inzichten die het menselijk denkvermogen op eigen kracht kan bereiken, van de religieuze openbaring die via profeten wordt overgedragen, en van mystiek inzicht.

Uit de Bhagavad Gita, die geen inleiding behoeft, wordt onder andere geciteerd (p. 114; II, 47):

Alleen op handelen moet je je richten en nooit op de resultaten ervan. Laat het resultaat van de handeling geen motief zijn.

Een boek van deze rijkweidte en diepgang kan nooit recht gedaan worden in een korte recensie. Het boek is zelf al een bloemlezing van oosterse filosofie en bovenstaande is een vrij willekeurige selectie uit die bloemlezing. Uiteindelijk is 25 eeuwen oosterse filosofie een naslagwerk en een bron van studie voor wie het tweede doeleinde van de Theosofische Vereniging serieus toe wil passen.

Zie ook: Boeddhistische Filosofie en Filosofie van India.