Overzicht van Indiase filosofische scholen
Katinka Hesselink 2007
Vaisesika en Nyaya
Net als Samkhya en Yoga hebben Vaisheshika en Nyaya filosofie veel met elkaar gemeen. Ze zien de veelheid van zielen en entiteiten die we in de wereld tegen komen als reëel. Vaisheshika werd steeds minder belangrijk en ging uiteindelijk in Nyaya op.
- Vaisheshika
- De Vaisheshika's hadden een gedetailleerd wereldbeeld waarin gepoogd werd alle elementen van het ervaarde bestaan op te sommen. Hierbij werden ook psychische aspecten van de werkelijkheid mee genomen. Er is
duidelijk sprake van wisselwerking met de
Boeddhistische filosofie van die tijd (rond het begin van de Christelijke jaartelling). Taal stond centraal. De relaties tussen de elementen van de werkelijkheid werd
gezien als analoog aan de structuur van de taal.
De oude Vaisheshika had de opmerkelijke gedachte dat alle reële entiteiten onder te brengen zijn in een opsomming van categorieën. Alles is kenbaar, noembaar en opsombaar. Dit alles omvat de bouwstenen van zielen, psychische organen en elementen (lucht, water, vuur, aarde). De elementen zijn opgebouwd uit atomen. Deze atomen zijn eeuwig, onzichtbaar en vormen samen dingen die vergankelijk en zichtbaar zijn. Alleen Akasha (ether) is niet atomistisch, maar alles doordringend.
De belangrijkste bronnen over de Vaisheshika is de Vaisesika Sutra van Kanada, met commentaar hierop van Prasasta Pada.
- Nyaya
- Het wereldbeeld van de Nyaya's was gebaseerd op dat van de Vaisheshika's. Wat ze specifiek uit werkten was een verlossingsweg waarin logica centraal staat. Logisch denken leidt tot verlossing. Hierdoor werd kentheorie (filosofie over wat kennis is) erg belangrijk. De Nyaya's gingen uit van twee kenmiddelen (pramana's): waarneming en logica. Waarneming omvat dan ook denken. De categorieën van bestaan werden van de Vaisheshika over genomen. Nyaya probeert al vanaf ongeveer de tweede
eeuw N.C. het bestaan van God te bewijzen.
De centrale tekst bij de Nyaya is de Nyaya Sutra van Gautama (niet te verwarren met Gautama Buddha ) en het commentaar daarop van Vatsyayana.
Al in de oudste bronnen zijn de twee samen genomen, vandaar dat ze ook hier een artikel vormen. Naast de Nyaya sutra en de Vaisesika sutra is een tekst van belang waarin de twee gefuseerd zijn: Gangesa van Mithila (1200 n.C.).
Nyaya-Vaisesika is een realistisch systeem. Dit wil zeggen dat ze er vanuit gaat dat er buiten het denken een oorsprong in de werkelijkheid is voor de zaken die we waarnemen. Daarnaast is het een pluralistisch systeem, in tegenstelling tot de Vedanta, het gaat er vanuit dat er een groot aantal entiteiten in de werkelijkheid zijn.
Natuur
Atomen & 'entiteiten'
De Nyaya Vaisesika gaat uit van een atomistisch wereldbeeld. Hierin zijn vier types atomen te onderscheiden: aarde, water, lucht en vuur-atomen. Deze hebben eigenschappen volgens het volgende schema:
type atomen |
zintuigen |
lucht |
aanraking |
vuur |
aanraking en kleur |
water |
aanraking, kleur en smaak |
aarde |
aanraking, kleur, smaak en geur |
Drie entiteiten bestaan naast deze vier types atomen: Akasa, tijd en ruimte. Deze zijn oneindig en alles doordringend. Akasa is nodig als voertuig voor geluid. De andere vier zintuigen zijn al verklaard met de vier types atomen.
Elk atoom, ook van het zelfde type (lucht bijvoorbeeld), wordt geacht een eigen individualiteit ( visesa ) te hebben.
Objecten en wezens
Objecten zijn een samenkomst van atomen plus iets creatiefs, waardoor het geheel iets heel anders is dan de som van de delen. Dit lijkt een triviale opmerking, maar het systeem maakt hier heel veel van. Twee zaken die los gemaakt kunnen worden zonder dat het geheel verbroken wordt, zoals papier dat op tafel ligt, heet samyoga . Als echter de draden in een weefsel uit elkaar gehaald worden, wordt wel een geheel verbroken. Dat geheel heet samavaya . Samavaya is dus een categorie van zaken waarbij het geheel groter of substantieel anders is dan de opsomming van de delen. Zowel een stel van twee atomen dat samen komt, als een levend menselijk wezen zijn samavaya.
God: Shiva
Het Nyaya-Vaisesika systeem is theistisch: er is een god die alle atomen samen voegt tot de gehelen. De atomen zelf heeft hij niet geschapen, die zijn net als hijzelf eeuwig. Deze God is Shiva. Hij wordt gezien als de efficiente oorzaak met de wil en intelligentie die nodig zijn om het doel van creatie te bereiken. De variatie in de wereld wordt verklaard door het karma van de wezens in de wereld. Op dezelfde manier zijn mensen zelf verantwoordelijk voor hun uiteindelijke verlossing.
Geest: atman en manas
De twee over gebleven 'substanties' ( dravya ) zijn atman en manas. Atman is eeuwig en alles doordringend, geassocieerd met karma. Atman is anders dan andere entiteiten in de zin dat het kennis kan verkrijgen en wil en keuze heeft. Atman is dus de basis van psychologisch en bewust leven. Voor dat bewustzijn heeft atman manas nodig.
Er zijn vele zelven (atma's). Hoewel ze alle allesdoordringend zijn, is hun vermogen tot kennen, voelen, willen en kiezen gemanisfesteerd door het specifieke lichaam waar ze tijdelijk mee geassocieerd zijn. Elk zelf heeft zijn eigen manas dat bij hem blijft tot beide verlost zijn.
Bronnen
- Aantekeningen bij het vak 'Filosofie van India' aan de Universiteit Leiden (2006), gegeven door Peter Verhagen (fouten zijn de verantwoordelijkheid van de auteur).
- "Syllabus Inleiding Indische Wijsbegeerte", Algemene Inleiding van Jan E.M. Houben met Tilmann Vetter (1997-98), zoals verspreid onder de studenten van het vak 'Filosofie van India' aan de Leidse Universiteit.
- M. Hiriyanna, The Essentials of Indian Philosophy, Delhi 1995, Chapter IV: Nyaya Vaisesika (p. 84-105)