LANKAVATARA SOETRA
De Afdaling op Lanka
Hoofdstuk 1 , Tekst 3
Opeens bleken er muziekinstrumenten te zijn gemaakt die net zo mooi en
goed waren als alle instrumenten tesamen in alle
werelden-van-verlangen, en net zo mooi en goed als die in alle
boeddhalanden. De Gezegende en de bodhisattvas waren omgeven door een
juwelen-net. Als groet aan de Boeddha rezen vaandels en banieren hoog
in de lucht, zo hoog als zeven taala-bomen boven elkaar, en uit die
lucht regende het giften en klonk muziek naar alle kanten. De heer van
Lanka daalde af en zette zich neer op de top van de juwelenberg waarop
prachtige lotussen van edelstenen te zien waren; alleen de zon en
bliksemstralen schitterden mooier. Daar zittend groette hij beleefd, en
glimlachte eerst in de richting van de Boeddha die hem toestemming had
gegeven om een vraag te stellen. Toen stelde hij zijn tweevoudige
vraag: "Dit werd de Tathagatas uit het verleden, die Arhat waren, en
Volmaakt Verlicht gevraagd, en zij vonden het antwoord. Gezegende, nu
vraag ik het aan u. U zult ongetwijfeld antwoorden voor zover woorden
in staat zijn dergelijke dingen duidelijk te maken; zo deden ook de
Boeddhas uit het verleden het. Gezegende, dualiteit werd besproken door
Transformatie-Tathagatas, maar niet door de Oorspronkelijke Tathagatas
die bleven zwijgen. De Zwijgende Tathagatas zijn volledig
ondergedompeld in de vreugdevolle staat van samadhi, in deze staat
verblijvend is het relatieve weten ver van hen, noch spreken zij in
dergelijke termen. Gezegende, u wilt ongetwijfeld wel spreken over het
onderwerp dualisme. U bent zelf een meester in alles; u bent Arhat,
Tathagata. De Boeddhazonen en ikzelf zouden hier graag over horen."
De Gezegende zei: "Heer van Lanka, vertel me
wat u bedoelt met dualisme." De heer der Rakshasas, die juist nieuwe
sieraden droeg, schitterend mooi, met een diadeem, een armband, en een
halsketting aan elkaar geregen met een diamanten koord, zei: "Er wordt
gezegd dat zelfs dharmas achterlaten moeten worden, laat staan
adharmas. Gezegende, waarom bestaat dit dualisme dat we verondersteld
worden achter te laten? Wat zijn adharmas? Wat zijn dharmas? Hoe kan er
dualisme zijn in de dingen die we moeten achterlaten, een dualisme dat
ontstaat uit het relatieve weten, dat ontstaat uit het waarnemen van
een "zelf-substantie" waar er geen is, dat ontstaat uit gemaakte
(bhautika) en niet-gemaakte dingen - is het omdat de
niet-onderscheidende aard van de Alayavijnana niet herkend is? Het is
net als iemand met staar die een krans van haar in de lucht ziet en
deze voor echt houdt; zo behoort het idee van dualisme tot de wereld
van het nog niet compleet gezuiverde denken. Als het is zoals ik me dat
voorstel, hoe kan er dan achterlaten zijn van dharmas of adharmas?"
De Gezegende zei: "Heer van Lanka, ziet u niet
dat onderscheid maken (prapanca) tussen de dingen - bijvoorbeeld
verschil zien tussen potten en andere breekbare waar en het stof waarin
het op den duur toch uiteenvalt de onderscheid-makende gedachtengang is
waar de onwetende zich aan overgeeft? Dat is toch zo? Moet het niet op
deze manier begrepen worden? Het is vanwege de onwetende's relatieve
weten (dat onderscheidt tussen illusoire dingen) dat er verschil
bestaat tussen dharma en adharma. Nobele wijsheid (aryajnana) echter,
ontstaat niet op deze manier. Heer van Lanka, laat de onwetenden dan
het bestaande maar gedetaileerd benoemen, laat hen onderscheid maken
tussen potten en dergelijke. Zo is het echter niet met de wijze. Een
enkele vlam van uniforme aard verrijst, of het nu huizen treft,
buitens, parken of terrassen - die vlam legt alles in de as. Anderzijds
wordt er differentiatie verondersteld in de vlammen, al naar de kracht
van ieder brandend materiaal, en daar is onderscheid in duur, grootte,
enzovoorts. Zo ziet men dat. Maar waarom moet je het zo niet begrijpen?
Omdat er zo dualiteit ontstaat tussen dharma en adharma. Niet alleen,
heer van Lanka, is een vurige vlam zichtbaar die zich in een continuum
uitspreidt - en toch een varieteit aan vuurtongen toont, maar ook komen
uit een enkel zaadje - eveneens in een continuum - wortels voort,
spruiten, bladknoppen, bladeren, bloemblad, bloemen, vruchten, takken,
ieder met een individueel aanzien. Zoals het is met ieder extern
voorwerp waar een menigte aan dingen uit voortkomen, zo is het ook met
objecten in de geest. Uit onwetendheid ontspruiten de Skandhas, Dhatus,
Ayatanas tesamen met allerhande bijbehorende zaken, en ze komen tot
wasdom in de drie werelden waar we, zoals we zelf kunnen zien, geluk
ontmoeten, en vorm, en spraak, en gedrag, ieder met een eigen
manifestatie, ad infinitum. De eenheid die de Vijnana is wordt op
diverse manieren gezien en behandeld al naar gelang wat er op dat
moment in de wereld van de dingen aanwezig is; en zo meent men dat er
inferieure dingen zijn, en superieure, en middelmatige, meent men dat
dingen bezoedeld zijn of onbezoedeld, dat er goede dingen zijn en
slechte. Heer van Lanka we zien niet alleen, in zijn algemeenheid, een
verschil tussen de dingen en hoe ze samengesteld zijn en zich voordoen,
we zien ook hoe iedere yogin een verscheidenheid aan realisaties toont,
al naar gelang zijn pad van discipline, zijn praktijk. (Als we dat al
zien) dan nemen we, in een wereld die zich toont in allerhande details
die voortgekomen zijn uit wat door het relatieve weten tot stand komt,
toch zeker ook verschillen waar? Zo is dat toch?"
"Heer van Lanka, het verschil tussen dharma en
adharma is er vanwege het relatieve weten. Heer van Lanka, wat zijn
dharmas? Ze zijn er in de geest die (slechts) weet op dat relatieve
niveau waar geleerden, Toehoorders, Zelf-Verlichtten en onwetenden
zoveel waarde aan hechten. Die denken dat de dharmas, voor hen
herkenbaar door kwaliteit en substantie, ontstaan uit oorzaken - dit
idee moet je achterlaten, daar moet je geen aandacht aan schenken, want
het zijn niet meer dan gestalten (lakshana). Omdat men er aan hecht,
daarom worden de manifestaties van iemands eigen geest als de
werkelijkheid (dharmata) gezien. Dingen als potten enzovoorts zijn
producten van het relatieve weten dat onderscheidt zoals onwetenden dat
doen - ze bestaan niet, hun substantie valt nergens waar te nemen. De
dingen op deze manier zien (zoals ik dat nu uitleg), dat wordt
achterlaten genoemd.
"Wat zijn adharmas? Heer van Lanka, een zelf
valt in dharmas niet waar te nemen. Het zijn geen verschijnselen die
ontstaan zijn uit het relatieve weten; ze ontstijgen noties als
oorzakelijkheid. In hen wordt niets waargenomen dat je realiteit of
niet-realiteit zou kunnen noemen. Deze zienswijze heet achterlaten van
dharmas. Wat wordt dan bedoeld met het niet vast te stellen zijn van
dharmas? Vergelijk het hiermee: ze zijn als horens op een haas, of op
een ezel, of een kameel, of een paard; ze zijn als het kind dat geboren
wordt uit een onvruchtbare vrouw. Dit zijn (a)dharmas waarin een aard
of kern niet vast te stellen is. Je moet ze niet voor echt houden, want
het zijn slechts verschijnselen. Namen als deze worden alleen maar in
alledaags spraakgebruik gebezigd - als ze er al iets toe doen. Men moet
er niet aan hechten, zoals je niet moet hechten aan potten enzovoorts.
Zoals men deze onwerkelijkheden moet achterlaten omdat ze met het
bewustzijn (vijnana) niet te vatten zijn, zo ook moet u ontstane dingen
(bhava) achterlaten omdat deze zich lenen voor onderscheid-aanleggen.
Dit heet achterlaten van dharmas en adharmas. Heer van Lanka, uw vraag
betreffende het achterlaten van dharmas en adharmas is hiermee
beantwoord."
"Heer van Lanka, u zei daarnet dat u dezelfde
vraag heeft gesteld aan de Tathagatas uit het verleden, die Arhat waren
en Volmaakt Verlicht, en dat de vraag door hen naar genoegen was
beantwoordt. Heer van Lanka, als u zegt "verleden", dan legt u
onderscheid aan, en zo is het ook met "toekomst"; met mij, hier, in het
heden, is het net zo. Heer van Lanka, de Leer van alle Boeddhas is
voorbij het relatieve weten. Omdat het voorbij alle relatieve weten en
futiel redeneren gaat kun je het niet zien als een corpus met
verschillende aspecten; het zo (,op de juiste wijze,) te zien ontstaat
alleen in wijsheid. Dat over deze Leer al wordt gesproken is enkel om
de wezens vreugde te verschaffen. Zo'n uiteenzetting zoals ik die nu
houd kan er zijn vanwege vormen ontstijgende wijsheid. Dat, die
wijsheid, wordt Tathagata genoemd. Vandaar dat de Tathagata zijn
essentie heeft (nl. wijsheid), en dat zijn lichaam zich in deze
wijsheid (nl. de Dharmadhatu) bevindt. Derhalve legt hij geen
onderscheid aan, noch kan hij onderscheiden worden (want er is geen
dualiteit). Ontleedt hem niet aan de hand van noties als ego,
persoonlijkheid, of zijn. Waarom is relatief weten dat onderscheidt op
die manier onmogelijk? Omdat het superviserende bewustzijn onstaat als
reactie op een vormhebbende wereld waarin het zichzelf hecht aan vormen
en beelden. Nu is de Tathagata voorbij zowel relatief weten dat
onderscheidt als aan het onderscheidene. Heer van Lanka, het is als een
wandschildering; zo'n schildering neemt niets waar. Zo ook zijn wezens;
daar is geen handelen, geen resultaat. En zo zijn alle leringen: geen
horen, geen leren."
"Heer van Lanka, alles in de wereld is als een
beeltenis die als bij magie getransformeerd wordt. Dit hebben de
geleerden en de onwetenden niet begrepen. Heer van Lanka, hij die de
dingen zo ziet, ziet werkelijk. Zij die het anders zien begaan het pad
van het relatieve weten, en omdat ze afhankelijk zijn van
onderscheid-aanleggen hechten ze sterk aan dualisme. Dat dualisme is
als het zien van je eigen beeltenis in een spiegel, of je eigen schaduw
zien in water, of in het maanlicht, of op de muur van een huis; het is
als het horen van een echo in een vallei. Mensen die grijpen naar hun
eigen schaduw, die onderscheid aanleggen, houden er de opinie over
dharma en adharma op na, en omdat ze het achterlaten van dualisme niet
voor elkaar krijgen gaan ze voortdurend door het relatieve weten te
cultiveren en bereiken nooit een bekoelde, rustige geestestoestand. Met
een rustige geestestoestand wordt eenheid (ekagra) bedoeld, en eenheid
geeft geboorte aan de hoogste samadhi die ontstaat samen met het
binnengaan in de schoot van Tathagataschap, dat het rijk is van nobele
wijsheid die men in zijn diepste binnenste waar maakt."
Dit is het eerste boek genaamd: Ravana vraagt om uitleg.
Hoofdstuk 2 van de Lankavatara Sutra
Toelichting bij tekst 3
1. - De passage beginnend met "opeens bleken er muziekinstrumenten".
In deze passage wordt het woord "gemaakt" of "geschapen" gebruikt. Dat kan, voor Boeddhisten, verwarrend zijn aangezien wij er geen scheppingsleer op na houden. Boeddhas en Bodhisattva-Mahasattvas echter, zijn in staat om vanuit de geest als het ware dingen te doen ontstaan. Er zijn niet-boeddhistische magieers in de wereld van vandaag die dat ook kunnen. Het verschil is dat Boeddhas en Bodhisattva-Mahasattvas dergelijke zaken alleen maar laten zien om een goed of beter begrip van de Dharma te vestigen. Voor de volledigheid, Boeddhas zijn geen Scheppers zoals God of de goden uit de religieuze systemen.
2. - Transformatie-Tathagatas. In eerder passages las u over boeddhalanden in alle tien de windstreken. In ieder van die landen is een Transformatie-Boeddha. Met name de Avatamsaka- en de Vairocana Soetra spreken over de Oorspronkelijke (Dharmata-)Boeddha die niets anders is dan Boeddhaschap als zodanig. Boeddhaschap als zodanig is dan weer niets anders dan het Corpus-van-de-Leer, de Dharmakaya. Deze oorspronkelijke Boeddha wordt vaak Vairocana genoemd, en hier en daar (in de Lotus Soetra) Prabhutaratna, of Aksobhya in weer andere geschriften. Alle Boeddhas in al die landen, en op aarde, zijn in feite manifestaties of transformaties van Boeddhaschap als zodanig. De aanzet tot deze gedachtengang vinden we in de Pali-canon waar Sakyamuni Boedha, kort na zijn Ontwaken op een desbetreffende vraag ten antwoord geeft dat hij geboren is uit het geslacht der Boeddhas.
3. "Hierin leggen zij geen onderscheid aan." Zie tekst 1,n.6.
4. - Dharma en adharma. In Boeddhisme is Dharma de Leer van de Boeddhas, dharmas zijn de dingen en de fenomenen, ook die van de geest. a- is een ontkennend voorzetsel. Het is echter heel goed mogelijk dat Ravana met dharma/ adharma iets anders bedoelt, dat hij hier verwijst naar de vedische context van deze begrippen. Wanneer gezegd wordt dat dharma de volgende zaken betekent: plicht, religie, rechtssysteem, wet, ethiek, religieuze verdienste, principe en gerechtigheid, dan zijn Hinduisme en Boeddhisme het eens. Echter, in de Hindu-leer, specifiek in de Mimamsa-school betekent dharma, ook, het uitvoeren van de vedische rituelen, en adharma is dan het niet uitvoeren van de vedische rituelen. Het betekent ook de "geplogenheden"(een vlaamse uitdrukking) volgen van een bepaalde levensovertuiging. Nu wordt in dit tekstgedeelte een gesprek tussen een Hindu raja en een Boeddhistische monnik weergegeven. Nadat deze vorst de waarde en waardigheid van de Boeddha-Dharma heeft ingezien, maakt hij zich toch zorgen: "U zegt dat dharma (de rituelen) en adharma (het niet uitvoeren van de rituelen) achtergelaten moeten worden, wat moet ik daar onder verstaan?" Zie voor dit dillemma ook "sociale stratificatie en Dharma-uitleg" in de inleiding. Zie ook noot 8.
5. - Skandhas, Dhatus, Ayatanas.
. Skandhas zijn de vijf groepen van samengestelde dingen die een levend wezen vormen en waar we aan hechten, en die elkaars gezelschap nodig hebben om leven tot stand te brengen en in stand te houden: lichaam, gevoel of ondervinding, perceptie of bewustzijn, fysiek en mentaal ageren, en bewustzijn.
. Dhatu betekent letterlijk element, er zijn er 18: oog, oor, neus, tong, lichaam, zichtbare dingen, geluid, geur, smaak, dat wat gevoeld wordt, plus de bewustzijnen die als het ware het veld vormen waarin ieder zintuig met zijn objecten speelt. (De Dharmadhatu echter, is het veld waarin de Leer van de Boeddha operatief is, dus het universum.)
. Ayatana betekent letterlijk sfeer. Het zijn de bovenstaande zintuigen (6), plus de objecten van die zintuigen: zichtbare dingen enzovoorts. Deze namen zullen voortdurend, en onvertaald, terugkomen. U zoudt daarom kunnen besluiten dit stukje toelichting op te slaan of te printen.
6. - Vijnana. Hier zien we hoe bewustijn of de geest (vijnana) als een geheel wordt gezien, dat slechts in het relatieve denken uiteenvalt in diverse onderdelen.
7. - De passage beginnend met ,"Heer van Lanka."
"Ze bestaan niet; hun substantie valt nergens waar te nemen." Tot niet zo lang geleden werd aan de hand van dergelijke uitspraken aangenomen dat de Enkel-Bewustzijn-traditie, waar deze filosofie toe behoort, nihilisme predikt. En een uitspraak als "ze bestaan niet" zou inderdaad in die richting kunnen wijzen. Daar wordt hier dan echter aan toegevoegd: "hun substantie valt nergens waar te nemen." Dat wil zeggen dat alle dingen die zich aan onze geest voordoen, en dus verschijningen genoemd kunnen worden, kernloos zijn. Maar, als er geen kern is in die verschijningen kan niet gezegd worden: HET ontstaat, bestaat, vergaat, want in laatste instantie zou Het, als zoiets al mogelijk ware, alleen zo'n kern, zo'n ziel zijn - in een vlietend lichaam bijvoorbeeld, waar je een predikaat als werkelijkheid of "bestaan" aan toe kunt kennen. Het zelfde geldt voor de uitspraak: "het bestaat niet." Beide posities tonen de af te wijzen eeuwigheidsleer en vernietigingsleer. Zie het voorwoord.
8. - De passage beginnend met: "Wat zijn adharmas?"
. "Niet vast te stellen." In het Duits wordt soms "dass trifft nicht zu" gebruikt. Bijvoorbeeld, je kunt niet spreken van een vergelijkend warenonderzoek op Mars omdat er op Mars geen waren zijn.
. De zin, "Dit heet achterlaten van dharmas en adharmas" komt er in het kort op neer dat we niet alleen de geest-geschapen, kernloze dingen moeten achterlaten, maar ook de notie dat ze kernloos en onwerkelijk zijn. En dit is het moeilijkste op het pad van Boeddhisme; we zijn na enig nadenken redelijk in staat te begrijpen en aanvaarden dat niets vaste, eeuwigdurende kern heeft, maar hebben we die filosofie eenmaal te pakken, dan hangen we daar weer aan en denken dat we nu de ultieme waarheid hebben gevonden. Maar zelfs dat moeten we achterlaten. We vinden deze hele filosofie klaar en duidelijk terug in boek 21 van de Avatamsaka Soetra: 'Zangen vanuit Suyama', waar, nog meer dan in boek 24, 'Zangen vanuit Tushita' waarin beide technieken van, laten we zeggen, zen, en het visualiseren gepresenteerd worden, deze beide en volgende passages van de Lanka direkter, eenvoudiger, helderder verduidelijkt worden. Niettemin, de overeenkomst tussen dharmas en adharmas wordt in Zangen vanuit Tushita nader verduidelijkt: "Zoals door ogen aangedaan door staar een beeld opdoemt dat intern, noch extern genoemd kan worden, zo ook is de visie van de wereld waar het Boeddha aanbelangt." Boeddha, hier, is dan zoals eerder verklaard, identiek met de Dharmadhatu of Mind, Verlichting.
9. - "Het is als een wandschildering; zo'n schildering neemt niets waar. Zo ook zijn wezens; daar is geen handelen, geen resultaat. Zo zijn alle leringen: geen horen, geen leren."
Dat klinkt cru, maar dit stuk van de vertaling (die tijdens de T'ang dynasty, 6e-10e eeuw ontstond) valt geheel binnen de filosofie van niet-zelf. Waar wezens en dingen geen vaste kern hebben - die in deze filosofie het enige zou kunnen zijn dat in laatste instantie zintuiglijk kan opereren - kan er niet gezegd worden "HET handelt" - zie noot 7. Niettemin is er handelen, en zelfs zinvol handelen; dat bewijst de sprekende en lerende Boeddha, maar het is wel sunyata.
10. Over het niet van toepassing zijn van termen als verleden, heden, en toekomst zegt boek 24 van de Avatamsaka Soetra: "Dit is het principe van de Boeddhas: hoewel verleden, heden, toekomst, woorden zijn die niet toepasbaar zijn op Boeddhas, spreekt men nochthans van Boeddhas uit het heden, verleden, en de toekomst."